Waarom zou ik rauwe voeding geven?

Het antwoord op deze vraag is eenvoudig: omdat je dier ervoor is gemaakt. Het gedrag, gebit en maagdarmstelsel van honden, katten en fretten zijn ontwikkeld om prooidieren te jagen, eten en verteren.

Honden, katten en fretten zijn immers vleeseters, carnivoren. Een wat misleidende term, want ze eten niet alleen vlees… Ook de botten, de organen en zelfs de vacht van de dieren die opgegeten worden zijn belangrijk.

Gedrag

Veel honden, katten en fretten zijn echte jagers. Dit kun je bijvoorbeeld duidelijk zien tijdens het spelen. Of als je hond in het bos in volle vaart achter een jogger of fietser aan gaat...

Gebit

Om te jagen heb je gereedschap nodig. Honden, katten en fretten hebben daarom klauwen en een gespecialiseerd gebit.  Dat zie je vooral aan de imposante hoektanden en de kiezen.

Met de hoektanden grijpen ze een prooi vast en geven ze de fatale beet. Met hun scherpe kiezen kunnen ze 'knippen', en dat is een heel andere beweging dan de malende kiezen van planteneters. Bij katten en fretten is dit knippen wat uitgesprokener dan bij honden.

Spijsvertering

Het maagdarmstelsel van honden, katten en fretten is totaal anders dan die van bijvoorbeeld koeien of paarden. Een vleeseter verteert zijn voeding op een hele andere manier dan een planten- en graseter. Vleeseters zijn goed in het verteren van eiwitten (vlees), niet van voedingsvezels (gras). 

Lees meer over de spijsvertering van vleeseters.