Bacteriën en Hygiëne

Bacteriën

Iets waar heel veel mensen zich zorgen over maken als ze horen over het voeren van “rauw vlees” aan hun huisdieren, zijn bacteriën (Salmonella, E. coli, ...). Rauw vlees bevat bacteriën, dat is een feit. Maar niet al die bacteriën zijn schadelijk, vele dragen bij aan een gezonde, natuurlijke darmflora. Andere bacteriën kunnen wel degelijk schadelijk zijn, maar dan alleen àls ze bepaalde barrières weten te doorbreken. Als voorbeeld nemen we Salmonella. Bij een gezond dier of mens zal de overgrote meerderheid van de Salmonella-bacteriën gedood worden door het zuur in de maag. De enkele Salmonella’s die er tóch in slagen dit te overleven, krijgen meestal de kans niet om aan te slaan, omdat ze daarvoor in competitie moeten treden met de normale darmflora. Die is bij een gezond dier altijd in de meerderheid. Tenslotte zorgt de snelle passage van de darmen bij carnivoren ervoor dat schadelijke bacteriën over het algemeen niet de tijd krijgen om zich te vermenigvuldigen. Uiteraard moet u géén risico willen lopen met dieren met een verzwakt immuunsysteem. Denk hierbij aan dieren met een zwakke gezondheid, zieke dieren, oudere dieren en zeer jonge dieren.

Hygiëne

U komt een heel eind met een aantal simpele, logische preventiemaatregelen, namlijk rauw vlees het liefst ontdooien en bewaren in de koelkast in een afgesloten bak  (gescheiden van uw eigen etenswaren), oppervlakken waarop u het vlees bereidt grondig reinigen, handen wassen, maatregelen die u ook treft bij het bereiden van vlees voor uzelf. Als u uw neus, ogen en gezond verstand gebruikt, lopen u en uw dier practisch geen gevaar. Maar laten we bovendien niet vergeten dat ook brokken niet steriel zijn. Er zijn gevallen bekend van Salmonella-besmettingen, mycotoxine-vergiftigingen, e.a. die hun oorsprong vonden in droogvoer.